Learniv
▷ Verleden tijd cross | Learniv.com
Learniv.com  >  nl  >  regelmatige werkwoorden  >  cross  >  Verleden tijd


Verleden tijd cross




Vertaling: overgaan, kruisen, overlopen, oversteken, doorkruisen, over elkaar slaan, dwarszitten

Verleden tijd

/kɹɒst/



U bent op pagina voor regelmatig werkwoord cross

Onvoltooid deelwoord
(Present participle)

crossing 


Infinitief

cross






Andere tijden werkwoorden cross



Cadeau
(Present) "cross"
cross
Onvoltooid tegenwoordige tijd
(Present Continuous) "cross"
am crossing
Onvoltooid verleden tijd
(Simple past) "cross"
crossed
Onvoltooid verleden tijd
(Past Continuous) "cross"
was crossing
Voltooid tegenwoordige tijd
(Present perfect) "cross"
have crossed
Tegenwoordige tijd continue
(Present perfect continuous) "cross"
have been crossing
Voltooid verleden tijd
(Past perfect) "cross"
had crossed
Past perfect continue
(Past perfect continuous) "cross"
had been crossing
Toekomst
(Future) "cross"
will cross
Future continue
(Future continuous) "cross"
will be crossing
Toekomst perfect
(Future perfect) "cross"
will have crossed
Future perfect continue
(Future perfect continuous) "cross"
will have been crossing





regelmatige werkwoorden & Onregelmatige werkwoorden