Voltooid deelwoord embark

Vertaling: aan boord gaan, inschepen, scheep gaan

Voltooid deelwoord

embarked

/ɪmˈbɑɹkt/

U bent op pagina voor regelmatig werkwoord embark

Deelwoord
(Participle) [embark]

In taal-, a participle (ptcp) is een vorm van nonfinite werkwoord omvat perfective of continuatieve aspect in talrijke tijden. Een participium kan eveneens als een bijvoeglijk naamwoord of een bijwoord. Bijvoorbeeld, in "gekookte aardappelen", gekookte de deelwoord van het werkwoord kook, adjectivally modificeren van de aardappel naamwoord; in "liep ons haveloze," haveloze is het voltooid deelwoord van het werkwoord vod, bijwoordelijk kwalificatie van het werkwoord liep.

... ... Meer informatie

Onvoltooid deelwoord
(Present participle)

embarking

Voltooid deelwoord
(Past participle)

embarked

Infinitief

embark

Andere tijden werkwoorden embark

Cadeau (Present) "embark"	I	embark
Onvoltooid tegenwoordige tijd (Present Continuous) "embark"	I	am embarking
Onvoltooid verleden tijd (Simple past) "embark"	I	embarked
Onvoltooid verleden tijd (Past Continuous) "embark"	I	was embarking
Voltooid tegenwoordige tijd (Present perfect) "embark"	I	have embarked
Tegenwoordige tijd continue (Present perfect continuous) "embark"	I	have been embarking
Voltooid verleden tijd (Past perfect) "embark"	I	had embarked
Past perfect continue (Past perfect continuous) "embark"	I	had been embarking
Toekomst (Future) "embark"	I	will embark
Future continue (Future continuous) "embark"	I	will be embarking
Toekomst perfect (Future perfect) "embark"	I	will have embarked
Future perfect continue (Future perfect continuous) "embark"	I	will have been embarking

Voltooid deelwoord embark