Voltooid deelwoord prevail

Vertaling: zegevieren, de overhand krijgen, doorwegen

Voltooid deelwoord

prevailed

/pɹɪˈveɪld/

U bent op pagina voor regelmatig werkwoord prevail

Deelwoord
(Participle) [prevail]

In taal-, a participle (ptcp) is een vorm van nonfinite werkwoord omvat perfective of continuatieve aspect in talrijke tijden. Een participium kan eveneens als een bijvoeglijk naamwoord of een bijwoord. Bijvoorbeeld, in "gekookte aardappelen", gekookte de deelwoord van het werkwoord kook, adjectivally modificeren van de aardappel naamwoord; in "liep ons haveloze," haveloze is het voltooid deelwoord van het werkwoord vod, bijwoordelijk kwalificatie van het werkwoord liep.

... ... Meer informatie

Onvoltooid deelwoord
(Present participle)

prevailing

Voltooid deelwoord
(Past participle)

prevailed

Infinitief

prevail

Andere tijden werkwoorden prevail

Cadeau (Present) "prevail"	I	prevail
Onvoltooid tegenwoordige tijd (Present Continuous) "prevail"	I	am prevailing
Onvoltooid verleden tijd (Simple past) "prevail"	I	prevailed
Onvoltooid verleden tijd (Past Continuous) "prevail"	I	was prevailing
Voltooid tegenwoordige tijd (Present perfect) "prevail"	I	have prevailed
Tegenwoordige tijd continue (Present perfect continuous) "prevail"	I	have been prevailing
Voltooid verleden tijd (Past perfect) "prevail"	I	had prevailed
Past perfect continue (Past perfect continuous) "prevail"	I	had been prevailing
Toekomst (Future) "prevail"	I	will prevail
Future continue (Future continuous) "prevail"	I	will be prevailing
Toekomst perfect (Future perfect) "prevail"	I	will have prevailed
Future perfect continue (Future perfect continuous) "prevail"	I	will have been prevailing

Voltooid deelwoord prevail