Learniv
Learniv
▷ Vervoeging regelmatige werkwoorden | Learniv.com
learniv.com  >  nl  >  Vervoeging regelmatige werkwoorden

Vervoeging regelmatige werkwoorden

nurtured
nurtured
verzorgen, opvoeden, grootbrengen, voeden
obeyed
obeyed
gehoorzamen
objected
objected
bezwaar maken, protesteren, ertegen zijn
obliged
obliged
aan zich verplichten, een genoegen doen
obscured
obscured
vertroebelen
observed
observed
verrichten, vervullen, uitvoeren, nakomen, naleven, voltrekken, opvolgen, handelen volgens, toezien, waarnemen, observeren, toekijken, gadeslaan
obstructed
obstructed
afsluiten, belemmeren, stuwen, afdammen, versperren, verstoppen, opstoppen, obstructie voeren
obtained
obtained
behalen, verkrijgen, verwerven, buit maken
occupied
occupied
beslaan, bekleden, in beslag nemen, bezetten, bezig houden
occurred
occurred
gebeuren, voorkomen, geschieden, voorvallen, aan de hand zijn, zich afspelen
offended
offended
beledigen, grieven, krenken, affronteren, verongelijken
offered
offered
vertonen, bieden, aanbieden, te koop aanbieden, voorstellen, voordragen, spelen, indienen, presenteren, offreren, voorslaan, uitloven, een voorstel doen
oiled
oiled
smeren, invetten, oliën
omitted
omitted
verzaken, nalaten, laten, verzuimen, weglaten, achterwege laten, niet doen, uitlaten
oozed
oozed
sijpelen, druipen
opened
opened
aansnijden, openen, openstellen, openmaken, opengaan, opendoen
operated
operated
werken, aandrijven, bedienen, functioneren, het doen, in zijn werk gaan, opereren
opposed
opposed
belemmeren, tegenstaan, tegenwerken, dwarsbomen, weerstreven
oppressed
oppressed
drukken, onderdrukken, dringen, persen, pressen, knellen
ordained
ordained
bestemmen, uittrekken
ordered
ordered
aanvoeren, voorschrijven, aanvragen, bevelen, commanderen, het bevel voeren, bestellen, gebieden, gelasten, sommeren, verordenen
organized
organized
regelen, organiseren, uitschrijven
originated
originated
voortkomen, afstammen, ontspruiten, het gevolg zijn van, onstaan, afkomstig zijn
ousted
ousted
verdrijven
outraged
outraged
overtreden, woedend maken, geweld aandoen
outweighed
outweighed
goedmaken, compenseren, opwegen tegen
overflowed
overflowed
overlopen
overhauled
overhauled
inhalen, opknappen, passeren, voorbijrijden, voorbijvaren, een onderhoud uitvoeren
overlapped
overlapped
samenvallen, overlappen
overloaded
overloaded
overbelasten
overlooked
overlooked
verzaken, nalaten, door de vingers zien, verzuimen, weglaten, uitlaten, over het hoofd zien
overpowered
overpowered
overweldigen, kraken, geweld aandoen, overmeesteren, usurperen, zich meester maken van, sterker zijn dan
overshadowed
overshadowed
overschaduwen
overturned
overturned
omslaan, kantelen
overwhelmed
overwhelmed
overweldigen, overstelpen, verpletteren, bedelven
owed
owed
verschuldigd zijn, schuldig zijn, in de schuld staan, tegoed hebben
owned
owned
erop nahouden, bezitten, rijk zijn
packed
packed
verpakken, inpakken, pakken, proppen, pakket, pak, pakje, emballeren
padded
padded
opzetten, opvullen, vullen
paddled
paddled
ploeteren, roeien, peddelen
paged
paged
bladeren, met een pager oppiepen
painted
painted
kleuren, schilderen, afschilderen, verven, uitschilderen, in de verf zetten
paired
paired
paren
pampered
pampered
verwennen, vertroetelen, koesteren, troetelen
panned
panned
goud wassen, goud opleveren
panted
panted
haken, hijgen, snakken, hevig kloppen
paraded
paraded
prijken, pronken, paraderen, pralen, flaneren
pardoned
pardoned
vergeven, begenadigen, amnestie verlenen
pared
pared
schillen
parked
parked
parkeren
parleyed
parleyed
onderhandelen
parted
parted
scheiden, heengaan, splitsen, uit elkaar gaan
participated
participated
meemaken, inspraak hebben, meestappen, deelnemen, meedoen, participeren
partitioned
partitioned
verdelen, afscheiden
partnered
partnered
de partner zijn van
passed
passed
overgaan, inhalen, overgeven, overdrijven, verdrijven, verlopen, aangeven, aanreiken, afdragen, toereiken, vergaan, voorbijgaan, overbrengen, doorgeven, passeren, voorbijrijden, voorbijvaren, verstrijken, doorbrengen, voorbijlopen, langsgaan, omkomen, aan
pasted
pasted
kleven, uitsmeren, plakken, beschuldigen, aframmelen
patted
patted
tikken
patched
patched
stoppen, verstellen, boeten, oplappen, flikken, lappen, opkalefateren
patrolled
patrolled
patrouilleren
patronized
patronized
betuttelen
paused
paused
pauzeren
pecked
pecked
steken, oppikken, prikken
pedaled; pedalled
pedaled; pedalled
trappen, peddelen
peeled
peeled
vervellen, schillen, jassen, afpellen
peeped
peeped
piepen, tjilpen, kwetteren, loeren, gluren, spioneren, begluren, spieden, sjilpen
peered
peered
staren, turen, aanstaren
pegged
pegged
vaststellen, stabiliseren, ploeteren, zwoegen, vastzetten
penalized
penalized
bestraffen
penetrated
penetrated
doordringen, binnendringen, doorstoten
perceived
perceived
waarnemen, bespeuren, ontwaren, gewaarworden, in het oog krijgen, in de smiezen krijgen, merken, vernemen, bemerken, gewaar worden
perched
perched
neerstrijken, neerleggen
performed
performed
doen, maken, bedrijven, verrichten, vervullen, uitvoeren, aanmaken, uitbrengen, nakomen, presteren, naleven, voltrekken, uitrichten, vertonen, uitkomen, ingaan, aanbieden, te voorschijn komen, voorstellen, verschijnen, opdagen, opdraven, spelen, binnengaa
perfumed
perfumed
parfumeren
perished
perished
ondergaan, vergaan, sneuvelen, omkomen, verongelukken, creperen, ten onder gaan
permeated
permeated
doordringen, vullen, trekken door
permitted
permitted
toelaten, toestaan, gedogen, veroorloven, vergunnen, permitteren
perpetrated
perpetrated
plegen, bedrijven, produceren
perpetuated
perpetuated
bestendigen, vereeuwigen
perplexed
perplexed
verwarren
persecuted
persecuted
najagen, achtervolgen, vervolgen
persevered
persevered
doorzetten, volhouden, doorbijten, volharden, voet bij stuk houden, aanhouden, blijven aandringen
persisted
persisted
doorzetten, volhouden, doorbijten, volharden, voet bij stuk houden, aanhouden, koppig volhouden, tegenstreven, zich schrapzetten, blijven aandringen
persuaded
persuaded
overreden, overhalen, bepraten, overtuigen
pervaded
pervaded
doordringen
pestered
pestered
plagen
petitioned
petitioned
petitioneren, een petitie richten aan
petrified
petrified
verstenen, doen verstenen
phoned
phoned
bellen, telefoneren
photographed
photographed
fotograferen, kieken, een foto nehmen
picked
picked
afbreken, plukken, kiezen, steken, oprapen, knabbelen, afkluiven, prikken, pikken, priemen, tokkelen, afrukken, wegscheuren, afplukken, uiteenrafelen
pickled
pickled
inleggen, inmaken, pekelen, op zuur zetten, met bijtmiddel behandelen
pictured
pictured
afbeelden, beschrijven
pierced
pierced
doordringen, doorprikken, steken, doorsteken, doorgronden
pinned
pinned
vastpinnen
pinched
pinched
verduisteren, knijpen, verdonkeremanen, klemmen, tokkelen, achteroverdrukken, nijpen, beknellen
pined
pined
smachten, kwijnen, hunkeren
pioneered
pioneered
starten, pionieren, koloniseren
pitied
pitied
beklagen, medelijden hebben, medelijden hebben met
placed
placed
stoppen, aanpassen, bewerken, aanbrengen, monteren, afstemmen, adapteren, stellen, zetten, plaatsen, steken, leggen, situeren, stationeren
planned
planned
schetsen, plannen, ontwerpen, van plan zijn, beramen, uitstippelen, plannen smeden
planted
planted
planten, poten, beplanten, aanplanten
played
played
uitvoeren, optreden, spelen, afspelen, meespelen, bespelen, voorspelen
pleased
pleased
aanstaan, bevallen, zinnen, behagen, naar de zin te maken
pledged
pledged
beloven, toosten, in pand geven
plotted
plotted
bedenken, plotten
plucked
plucked
afbreken, plukken, pluimen, oprapen, tokkelen, afrukken, wegscheuren, afplukken
plugged
plugged
ploeteren, zwoegen
plummeted
plummeted
zakken, scherp dalen
plundered
plundered
plunderen, roven, stropen, buitmaken
plunged
plunged
dompelen, duiken
pointed
pointed
wijzen, punten
poisoned
poisoned
verpesten, vergiftigen, vergallen
poked
poked
uitsteken, snuffelen, porren, neuzen, duwen, neuken
polished
polished
schuren, slijpen, boenen, poetsen, polijsten, wrijven, knippen, fatsoeneren, oppoetsen, zoeten, bijschaven
polled
polled
hoorns afsnijden, afknotten, behalen, uitbrengen, doen stemmen
polluted
polluted
besmetten, bevuilen, verontreinigen, vervuilen
pondered
pondered
nadenken, overpeinzen
popped
popped
knallen, eruit werken, iets snel zetten/brengen/verplaatsen/doen, betalen, neerschieten, neuken, spuiten, slikken
posed
posed
zich voordoen, zich aanstellen, poseren
possessed
possessed
erop nahouden, bezitten, rijk zijn
posted
posted
posten, aanplakken, op de post doen
postponed
postponed
aanhouden, uitstellen, verdagen, verschuiven, schorsen, opschorten, traineren, voor zich uit schuiven
pounced
pounced
aanvallen, vastgrijpen, omhoogspringen, zich omlaag storten, bepoederen, overbrengen
pounded
pounded
stampen, fijnstampen
poured
poured
schenken, gieten, storten, strooien, sauzen, vergieten, plengen, stortregenen, overgieten
pouted
pouted
tuiten, vooruitsteken, pruilen
powdered
powdered
poederen, bepoederen
practiced
practiced
doorvoeren, toepassen, aanwenden, in toepassing brengen, oefenen, uitoefenen, beoefenen, betrachten, in de praktijk brengen, beoefen, zich oefenen
praised
praised
prijzen, loven, roemen, eren, verheerlijken toezwaaien, de loftrompet steken, ophemelen
prayed
prayed
smeken, bidden
preached
preached
preken, prediken
preceded
preceded
voorgaan, voorafgaan, voorlopen, voorzijn, vooropgaan
precipitated
precipitated
neerslaan, verhaasten, aanzetten, werpen
predicted
predicted
voorspellen
preferred
preferred
verkiezen, voortrekken, voorkeur geven, prefereren, de voorkeur geven aan, de voorkeur hebben
prepared
prepared
aanmaken, voltooien, voorbereiden, bereiden, verzetten, klaarmaken, toebereiden, voorwerken, klaarstomen
prescribed
prescribed
voorschrijven, aanbevelen, opleggen, dicteren, richtlijnen geven, een remedie voorschrijven, een advies geven, niet meer van kracht zijn
presented
presented
uitvoeren, toewijzen, vertonen, tentoonstellen, aanbieden, voorstellen, spelen, indienen, presenteren, voorleggen
preserved
preserved
onderhouden, inleggen, conserveren, wecken, konfijten, bewaren, behoeden, bewaren voor, inmaken, behouden, bergen, overhouden, handhaven, in stand houden, verduurzamen
presided
presided
voorzitten, presideren
pressed
pressed
drukken, eisen stellen, dringen, haasten, jachten, urgent zijn, tot haast aanzetten, persen, pressen, knellen, aandrukken
presumed
presumed
menen, stellen, aannemen, claimen, veronderstellen, aanspraak maken op, vermoeden
pretended
pretended
veinzen, voorwenden, doen alsof, simuleren, voorgeven, fingeren
prevailed
prevailed
zegevieren, de overhand krijgen, doorwegen
prevented
prevented
verhinderen, verhoeden, beletten, doorkruisen, storen, belemmeren, stremmen, voorkomen, tegengaan
pricked
pricked
steken, prikken
primed
primed
volstoppen, opstarten, laden, gereedmaken, klaar voor gebruik maken, voorbereiden
printed
printed
drukken, afdrukken, printen, bedrukken, boekdrukken
prized
prized
wrikken, prijzen, schatten, openwrikken
probed
probed
onderzoeken, doordringen, met een sonde peilen
proceeded
proceeded
te werk gaan, doorgaan, verdergaan
processed
processed
bewerken, verwerken
proclaimed
proclaimed
proclameren, verkondigen, afkondigen, uitvaardigen
procured
procured
verwerven, zich voorzien van, uitreiken, verschaffen, verstrekken, aanschaffen
prodded
prodded
opjutten, steken, prikken, opporren
produced
produced
maken, uitvoeren, bewerkstelligen, realiseren, opbrengen, opleveren, voortbrengen, afwerpen, produceren, verwerkelijken
profited
profited
verdienen, winst maken, profiteren, voordeel trekken uit
programmed
programmed
programmeren
progressed
progressed
vorderen, opschieten, vooruitgaan, vlotten, veld winnen
projected
projected
projecteren
prolonged
prolonged
aanhouden, rekken, verlengen, prolongeren
promised
promised
uitloven, beloven, toezeggen, verzeggen
promoted
promoted
bevorderen, promoten, promoveren, promotie maken, zich sterk maken
prompted
prompted
voorzeggen, souffleren, influisteren
pronounced
pronounced
uitspreken
propagated
propagated
verspreiden, verbreiden, propageren, voortplanten
propelled
propelled
stuwen, voortdrijven, voortbewegen, voortstuwen
proposed
proposed
voorstellen
proscribed
proscribed
verbannen, verbieden
prospered
prospered
gedijen, bloeien, floreren, tieren, welvaren, vooruitkomen
protected
protected
beschermen, beveiligen, vrijwaren, behoeden, bewaren voor, beschutten
protested
protested
bestrijden, betwisten, protesteren, protest aantekenen
protruded
protruded
uitpuilen
provided
provided
voorzien van, voorzien, stijven, spekken, bevoorraden, provianderen
provoked
provoked
irriteren, prikkelen, ophitsen, sarren, aanstoken, op stang jagen, tergen, tarten, uittarten, uitdagen, uitlokken, provoceren
pruned
pruned
snoeien
pried
pried
gluren, bemoeizuchtig zijn, (informatie) los krijgen
published
published
uitgeven, afkondigen, publiceren, openbaar maken, ruchtbaar maken
puffed
puffed
opblazen, roken, uitblazen, puffen, wegblazen, buiten adem zijn
pulled
pulled
trekken, aantrekken, naar zich toe halen, rukken
pumped
pumped
pompen, oppompen
punched
punched
stompen
punctured
punctured
lek raken, lek maken
punished
punished
straffen, bestraffen, afstraffen, kastijden, tuchtigen
purchased
purchased
inkopen, kopen, aankopen, aanschaffen
purged
purged
schoonmaken, vegen, reinigen, zuiveren, louteren
pursued
pursued
nastreven, najagen, achtervolgen, vervolgen, ingaan op
pushed
pushed
stoten, dringen, duwen, aanduwen, douwen
quadrupled
quadrupled
verviervoudigen
quarreled; quarrelled
quarreled; quarrelled
kijven, redetwisten, krakelen, ruziën, discussiëren, ruzie maken, onenigheid hebben, kiften
quashed
quashed
afwijzen, vernietigen, verijdelen, doen falen, laten mislukken, vernielen, verwoesten
quelled
quelled
neerslaan, verstikken, onderdrukken, smoren, verkroppen
queried
queried
informeren, betwijfelen, vragen naar, bevragen
questioned
questioned
verhoren, bestrijden, betwisten, tegenspreken, aanvechten, ondervragen, een verhoor afnemen, betwijfelen, bevragen, afvragen, om iemands hand vragen, in vraag stellen
queued
queued
in de rij staan, zich in een rij opstellen
quickened
quickened
versnellen
quivered
quivered
trillen, beven, rillen, bibberen, huiveren
quoted
quoted
aanhalen, noemen, citeren
raced
raced
snellen, rennen, racen, hollen, hardlopen
radiated
radiated
bestralen, stralen, uitstralen

regelmatige werkwoorden


Begin met de studie van onregelmatige werkwoorden:
Willekeurige selectie

regelmatige werkwoorden & Engels onregelmatige werkwoorden